zondag 29 juli 2012

Otto de Kat | Bericht uit Berlijn

Otto de Kat - Bericht uit Berlijn. Amsterdam, Van Oorschot, februari 2012, 205 pagina's.

Voorjaar 1941. Oscar Verschuur is diplomaat in Bern, zijn vrouw Kate werkt in een ziekenhuis in Londen en hun dochter Emma leeft in Berlijn, getrouwd met een Duitser. Alle drie moeten ze hun leven en liefde bevechten in een wereld die in een meedogenloze oorlog verwikkeld is geraakt. Alles komt op scherp te staan.
Het explosieve geheim dat Oscar van zijn dochter te horen krijgt, drijft de drie hoofdpersonen tot het uiterste.

Met Bericht uit Berlijn bevestigt Otto de Kat zijn bijzondere schrijverschap, dat inmiddels internationale erkenning heeft gekregen.


Bericht uit Berlijn stelt voor mij één vraag centraal: wat doe je, als iemand je vertelt over een nog geheim plan? Brief je de inhoud van het geheim door, dan kun je daarmee de levens van heel veel onbekende mensen redden, maar het leven van je eigen dochter komt daarmee wel in gevaar.

Het gaat in dit geval om de aanval van Nazi-Duitsland op de Sovjet-Unie, codenaam Operatie Barbarossa, gepland voor 22 juni 1941. De Nederlandse diplomaat Oscar een paar weken voor die datum van het plan. Zijn dochter, die in Berlijn woont en getrouwd is met een Duitser die op het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt, vertelt het hem tijdens een bezoek. Oscar, zelf werkzaam in Bern, worstelt met de vraag of hij zijn meerderen in Londen op de hoogte moet stellen of niet. Daarnaast heeft De Kat meerdere verhaallijnen over liefdes van de verschillende personages met elkaar verweven, en belicht hij de historische achtergrond van het verhaal.

Ik vind Bericht uit Berlijn een meesterlijke roman. Inhoudelijk zit er erg veel in deze roman, maar De Kat overlaadt je niet met te veel informatie. Integendeel, ik had voortdurend het gevoel dat er geen woord te veel in deze roman staat, alsof de schrijver alle overbodige extra details zorgvuldig heeft geschrapt. Het resultaat is een sobere roman, die tot het laatst spannend blijft en waarover je nog lang kunt nadenken. Bericht uit Berlijn is een aanrader!

Otto de Kat op Wikipedia

flickr

zaterdag 28 juli 2012

Matt Hughes | Downshift

Matt Hughes – Downshift. Neustadt, Five Rivers, 2012, 132 pagina’s.

Sid Rafferty is between writing jobs, a rock and a hard place, and the poles of his luck. At this point, he's willing to take on just about any writing gig. But when a return to his political spin-doctor days collides with what should be a simple promo piece about a new ski resort in British Columbia's playground, Sid finds himself out of his depth, over his head, in love and at risk of his life.


Downshift kreeg ik in het kader van het Early Reviewers-programma van LibraryThing. Ik heb me voor deze roman opgegeven, omdat de blurb me aansprak: een schrijver die dringend verlegen zit om geld, Sid, neemt een freelance schrijfopdracht aan waarvan later blijkt dat er een erg stinkend luchtje aan zit. Wat volgt is een wervelwind van ontwikkelingen, waarbij tot het einde niet duidelijk is of welke groep mensen nu achter Sid aan zit.

Downshift is eigenlijke eerder een novelle dan een roman. Het is geen meesterwerk, maar het is een zeer leesbaar werkje, omdat de schrijver de spanning in het verhaal houdt. Sid voldoet niet aan het clichébeeld van de speurder, juist omdat hij een schrijver is, en omdat hij zich in de wereld van de politiek waagt. Ook dat maakt deze roman niet doorsnee. Voor de niet-Canadese lezer wordt ook de nodige uitleg gegeven over de politieke achtergrond die de schrijver gebruikt voor zijn verhaal. De beschrijvingen van de natuur rond Vancouver mogen er zeker ook zijn. Downshift is aangename lectuur.

flickr

donderdag 26 juli 2012

Arnaldur Indriðason | Grafteken

Arnaldur Indriðason - Grafteken. Amsterdam/Antwerpen, Q, 2011, 252 pagina's. 1998 (1, IJsland).
Oorspronkelijke IJslandse titel: Dauðarósir, vertaald door Adriaan Faber.

Op het met bloemen opgemaakte graf van de IJslandse vrijheidsstrijder Jón Sigurðsson wordt het naakte lichaam van een meisje gevonden. Waarom juist hier? Erlendur en zijn collega's staan voor een raadsel. Het slachtoffer was verslaafd aan heroïne. Dus beginnen Sigurður Óli en Elínborg hun onderzoek in het drugsmilieu. Een spoor leidt naar de Westfjorden van IJsland, waar Jón Sigurðsson vandaag kwam. Bestaat er een verband? Het oplossen van deze zaak wordt pas echt delicaat als blijkt dat ook kopstukken uit de economische wereld tot de verdachten behoren.

Arnaldur Indriðason (Reykjavík, 1961) is historicus en schrijver. Hij won twee keer de Martin Beck Award, de belangrijkste prijs voor de beste thriller in Noord-Europa en de CWA Gold Dagger Award, de grootste prijs voor het spannende boek. Van Indriðasons boeken zijn wereldwijd meer dan zes miljoen exemplaren verkocht.


Grafteken is vorig jaar verschenen in het Nederlands, maar de auteursrechten voor het IJslandse origineel zijn al in 1998 vastgelegd. Grafteken is daarmee het tweede deel van de serie boeken over de IJslandse detective Erlendur.

Persoonlijk vind ik het jammer dat de serie niet op jaar van verschijning wordt vertaald. Ik vroeg me aan het begin van dit boek verschillende keren af waarom de schrijver bij de eerste verschijning van de hoofdpersonages ineens weer een uitgebreide beschrijving van hun achtergrond geeft, totdat ik me realiseerde dat dit niet het zoveelste deel was, maar het tweede deel van de serie. Als je de hierop volgende delen al gelezen hebt, word je dus op het verkeerde been gezet.

Gelukkig bevat Grafteken een zoals gebruikelijk goed geconstrueerd en toch altijd weer verrassend plot. Een prettige detective.

Arnaldur Indriðason | Doodskap
Arnaldur Indriðason | Onderstroom
Arnaldur Indriðason | Winternacht
Arnaldur Indriðason | Het koningsboek
Arnaldur Indriðason | Onderkoeld

Arnaldur Indriðason op Wikipedia

zaterdag 21 juli 2012

Andrzej Stasiuk | Negen

Andrzej Stasiuk - Negen. Breda, De Geus, 2011, 285 pagina's.
Oorspronkelijke Poolse titel: Dziewięć, vertaald door Karol Lesman. 1999 (Polen), 2002 (Duitsland).

Indringende en verontrustende roman over het leven in het hedendaagse, chaotische Warschau.

Schuldeisers zitten Paweł op de hielen: zijn woning is verwoest en hij heeft nog drie dagen om zijn schuld af te lossen. Op zoek naar geld slaat Paweł op de vlucht, de stad Warschau in, hopend dat zijn vrienden hem kunnen helpen. Maar niets is wat het lijkt, ook vriendschap en verleden niet. Paweł raakt verstrikt in de onderwereld van deze verpauperde plek en er is geen uitweg. Of toch wel?


Op de omslag van deze roman staat een uitspraak van Irvine Welsh. Hij zegt daarin onder andere dat Negen een portret is van een ontwortelde en rusteloze generatie Oost-Europeanen. Door dat citaat van Welsh drong de vergelijking met Welsh' Trainspotting zich verschillende keren aan mij op tijdens het lezen. Waarom?

Negen beschrijft drie hoofdpersonen: Paweł, die binnen drie dagen voldoende zloty's bij elkaar moet schrapen om zijn schuld af te lossen, Jacek, die verslaafd is geraakt en daarom alleen geïnteresseerd is in zijn volgende dosis, en Bolek, die op niet geheel legale wijze wel veel geld heeft verdiend. Paweł doorkruist drie dagen lang Warschau, op zoek naar iemand die hem het af te lossen bedrag kan voorschieten.

Het verhaal speelt midden jaren negentig, in Warschau. Stasiuk schetst een somber beeld van een grote stad, die in de greep is van het roofkapitalisme dat je in die tijd in meer Oost-Europese landen zag. Je hebt enkele winnaars, maar veel meer verliezers, en ze komen allemaal voorbij, tegen de achtergrond van de vierde hoofdpersoon: de stad Warschau zelf, die aan het veranderen is.

Het perspectief wisselt daarbij voortdurend. Soms is dat duidelijk, doordat de naam van de andere hoofdpersoon wordt genoemd, maar vaak ook is dat niet duidelijk. Er wordt dan alleen gesproken over een 'hij' of 'zij'. Extra complicatie is daarbij dat ook vanuit het perspectief van andere personages wordt geschreven. Dat werkt zeer bevreemdend. Het maakt de roman moeilijk om te volgen, maar het pas wel bij wat de schrijver wil bereiken: een volledige onthechting, niet alleen van de belangrijkste hoofdpersoon Paweł, maar ook van de lezer.

Dan nu de gelijkenis met Trainspotting. Ook in die roman wisselt het perspectief voortdurend tussen de personages. Het verhaal is gesitueerd in Edinburgh, en ook die stad is nadrukkelijk aanwezig in het verhaal. De kijk op de wereld die de personages in deze roman hebben en de door Welsh gebruikte taal zorgen in Trainspotting vooral voor de vervreemding. Een andere methodiek dus dan in Negen, maar wel met hetzelfde effect.

In de twee boeken die ik voor Negen van Stasiuk las, was ik voornamelijk onder de indruk van de natuurbeschrijvingen. In Negen zijn het juist de beschrijvingen van de stad Warschau en de toevallige passanten die me raakten. De beschrijving is soms bijna poëtisch, ook al wordt er een uiterst grijs en moedeloos makend beeld geschetst. Negen is zeker geen roman die je gedachteloos kunt weglezen. Je moet voortdurend geconcentreerd blijven om de draad niet kwijt te raken, maar die inspanning is deze roman zeker waard. Een héél goed boek!

Andrzej Stasiuk | De witte raaf
Andrzej Stasiuk | Galicische vertellingen

Andrzej Stasiuk (Pools)
Andrzej Stasiuk op Wikipedia (Engels)

flickr

zaterdag 7 juli 2012

Jiří Weil | Mendelssohn op het dak

Jiří Weil – Mendelssohn op het dak. Amsterdam, Cossee, 253 pagina's.
Oorspronkelijke Tsjechische titel: Na střeše je Mendelssohn, vertaald door Kees Mercks.

Praag 1939. Na een ontspannen avond met Mozarts Don Giovanni ontdekt Reichsprotektor Reinhard Heydrich op het dak van het Praagse concertgebouw tussen de standbeelden van componisten ook dat van Mendelssohn. Dit is nog erger dan verraad, dit is onaanvaardbaar, de jood Mendelssohn moet sofort van het dak af.
Julius Schlesinger krijgt van Heydrich persoonlijk het bevel om het standbeeld van Mendelssohn uit de galerij van componisten te verwijderen. Maar de SS-officier heeft hoogtevrees en geen idee welk standbeeld dat van Mendelssohn is. Dus geeft hij twee Tsjechische werklieden opdracht om het beeld met de grootste neus omver te trekken. Maar de mannen leggen het touw om de nek van Richard Wagner, de favoriete componist van Hitler!
Wat als een slapstick-achtige episode begint, wordt in Weils in vele talen vertaalde roman al snel een grimmig verhaal.
Jiří Weil geeft in deze roman een ongeëvenaard beeld van zijn geliefde Praag en haar inwoners, van hun moed, hun vertwijfeling en hun verzet. Mendelssohn op het dank, schreef The Independent onlangs, 'behoort tot het beste wat er ooit over deze periode is geschreven.'


Begin dit jaar las ik HhhH van Laurent Binet. In die roman roemt de ik-persoon Mendelssohn op het dak van Jiří Weil, een Tsjechische schrijver (1900-1959). HhhH behandelt de aanslag op Heydrich in Praag in 1942. Mendelssohn op het dak begint met een aantal hoofdstukken waarin het beeld van Mendelssohn van het dak van het Praagse concertgebouw moet worden verwijderd, op last van diezelfde Heydrich. De aanslag op Heydrich wordt echter slechts kort behandeld.

Die eerste hoofdstukken, over het uitvoeren van de opdracht van Heydrich, zetten je eigenlijk op het verkeerde been. Deze hoofdstukken zijn weliswaar niet slapstick-achtig, zoals de achterflap beweert, maar wel met humor geschreven. Naar mate de hoofdstukken vorderen en Weil het leven in de bezette stad Praag en in Theresienstadt nadrukkelijker beschrijft, wordt de humor steeds wranger en neemt de echte tragiek steeds meer de overhand. De hoofdstukken over het verwijderen van het beeld van Mendelssohn deden me wel enigszins denken aan de novelle De arme Svoboda van Székely, die ik twee jaar geleden las.

Mendelssohn op het dak beschrijft het lot van een groot aantal personages, soms met elkaar verbonden, maar vaker niet. Het betreft zowel Duitse nazi's als Tsjechen die voor de nazi's moeten werken en joden. Vooral met de laatsten loopt het slecht af. Weil concentreert zich in de beschrijvingen op de gevoelens van schaamte, onzekerheid, angst die de personages ervaren. Allen zijn gedreven door de drang om te overleven, sommigen durven het aan om verzet te plegen.

Sommige historische figuren worden concreet bij naam genoemd, anderen juist weer niet. De meesten zijn echter wel aan de hand van gebeurtenissen of de beschrijving van hun levensloop te herkennen. De vertaler schrijft dat Weil dit doet omdat hij ernaar streeft het beschreven kwaad als het ware los te weken van de historische context, zoals Hans Keilson dat ook deed in zijn romans.

Opvallend is verder het voortdurend terugkeren van het motief 'steen' in deze roman. Dat begint al met het motto, waarin wordt verwezen naar een Griekse mythe waarin iedere keer als een steen breekt een mens wordt geboren. Het gaat verder met verschillende verwijzingen naar stenen standbeelden, op het concertgebouw, maar ook op en in de omgeving van de Karelsbrug. Eén van de joodse personages heeft aan het begin van de bezetting in een steengroeve gewerkt en koestert warme herinneringen aan het fysieke zware werk met stenen.

Verder hoop ik dat een aantal onvolkomenheden uit een volgende druk zullen worden verwijderd. Zo springt direct in het oog dat de tekst op de achterflap opent met het jaartal 1939, waarin deze roman zou spelen. Al in de eerste hoofdstukken wordt echter gesproken over de Wannseeconferentie, die toch echt in 1942 heeft plaatsgevonden, en de daaropvolgende Endlösung.

Mendelssohn op het dak stemt je droevig, maar maakt ook nieuwsgierig naar andere werken van deze schrijver. Helaas is niet het volledige oeuvre van deze schrijver vertaald. Het boek dat het me het meest interesseert, Moskva-hranice (Moskou-grens) over het Sovjet-Unie van de jaren 1930, is in ieder geval niet in het Nederlands vertaald en helaas ben ik het Tsjechisch niet machtig.

Jiří Weil op Wikipedia (Engels)

flickr

dinsdag 3 juli 2012

Светлана Алексиевич | Чернобыльская молитва

Светлана Алексиевич - Чернобыльская молитва: Хроника будущего. Москва, Время, 2007, 384 стр.
(Svetlana Aleksievich - Chernobyl'skaya molitva: Khronika budushchego. Moskva, Vremya, 2007, 384 str.)

Несколько десятилетий Светлана Алексиевич пишет свою хронику "Голоса Утопии". Изданы пять книг, в которых "маленький человек" сам рассказывает о времени и о себе. Названия книг уже стали метафорами: "У войны не женское лицо", "Цинковые мальчики", "Чернобыльская молитва"... По сути, она создала свой жанр - полифонический роман-исповедь, в котором из маленьких историй складывается большая история, наш XX век.
Главной техногенной катастрофе XX века - двадцать лет. "Чернобыльская молитва" публикуется в новой авторской редакции, с добавлением нового текста, с восстановлением фрагментов, исключенных из прежних изданий по цензурным соображениям.


In maart 2012 las ik De generatorgeneratie, een boek van de Nederlandse journaliste Franka Hummels over de gevolgen van de ramp in Tsjernobyl voor de bevolking van met name Wit-Rusland, toen en nu. Zij refereert daarin verschillende keren aan dit boek van de Wit-Russische journaliste Svetlana Aleksievich. Ik had dat boek al een paar jaar op de plank staan, dus het moest er maar eens van komen.

Aleksievich past in dit boek een beproefde methode toe: zij interviewt mensen die rechtstreeks met het onderwerp te maken hebben gehad, en zij tekent hun verhalen op, zonder daarbij commentaar te leveren. Zo deed ze dat in Zinky Boys, waarin ze verhalen optekende van mensen die in Afghanistan hebben gevochten, en zo doet ze dat in dit boek. De journaliste Aleksievich beperkt zich hooguit tot het schrijven van een voorwoord of een nawoord.

Ik begrijp dat Aleksievich bij het optekenen en publiceren van die verhalen problemen ondervindt - dat men toch niet wil praten, of dat bepaalde delen van het boek haar niet in dank worden afgenomen. Zo wordt op mijn uitgave vermeld dat het wél een volledige versie is.

Voor mij werkt deze manier van vastleggen van persoonlijke verhalen. Het maakt een gebeurtenis die moeilijk te bevatten is toegankelijker, juist doordat de geschiedenis op een menselijk niveau wordt gepresenteerd. Aleksievich is daarbij zowel geïnteresseerd in de ervaringen van de slachtoffers die bewust onwetend zijn gehouden, als in de verhalen van de mensen die het overheidsbeleid uitvoerden. Vooral dat laatste is interessant: er zijn mensen die het handelen van twintig jaar geleden nog steeds verdedigen, en er zijn mensen die direct al tot de conclusie kwamen dat zij zich niet konden verenigen met de nadrukkelijke wens van de leiding in Moskou om 'geen paniek te veroorzaken onder de bevolking'.

Het resultaat is een ontluisterende verzameling menselijke ellende. Het ergste is nog wel dat je je tijdens het lezen realiseert dat de gevolgen veel minder erg zouden hoeven zijn, als er direct adequaat was gehandeld door de nationale en lokale overheden. Dit boek is in het Engels verschenen onder de titel Voices from Chernobyl: The Oral History of a Nuclear Disaster. Er is daarom geen enkele reden om niet kennis te nemen van de inhoud van het boek.

Svetlana Alexievich | Zinky Boys

Svetlana Aleksievich op Wikipedia (Engels)

flickr